
Een nieuwe blog over onze nieuwe minister van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur. Daar is alle aanleiding toe. Behalve dat ze graag op hoge hakken loopt, weten we inmiddels ook dat ze nog niet erg succesvol is met het krimpen van de veestapel. Minder bekend is dat minister Femke Wiersma de veehouderij nóg dierwaardiger wil maken. Dat staat althans in het op vrijdag de 13de september verschenen Regeerprogramma van het kabinet Schoof.
'' Er worden in een realistisch tijdpad concrete stappen gezet naar een nog dierwaardiger veehouderij, waarbij ook wordt bezien hoe het vervoer van dieren over lange afstanden beëindigd kan worden, als dit niet volgens de geldende, Europese dierenwelzijnseisen kan en niet kan worden gehandhaafd.''
In dezelfde alinea gaat het over een kennisagenda (verwacht voor de zomer van 2025) en over de ontwikkeling van ”pilots en ketendeals”. Om te waarborgen dat de aandacht voor dierwaardigheid niet verslapt, komt er ”een onafhankelijke toets op de voortgang in de vorm van een autoriteit”. Iets wat overigens al door de vorige minister op verzoek van de Tweede Kamer was toegezegd.
Geld voor ”nog meer dierwaardigheid” is er pas in 2026. Maar hoeveel? Zoals bekend krijgt de BBB-minister de beschikking over 5 miljard voor ”innovatie en doelsturing, een brede opkoopregeling, mest”. Verder is die 5 miljard, zo blijkt uit het regeerprogramma, bestemd voor visserij, natuur, agrarisch natuurbeheer en ”andere prioriteiten, zoals het verdienvermogen van (jonge) boeren, ketenafspraken, dierwaardigheid en -gezondheid, klimaatadaptatie en voedseleducatie.”
NPLG geschrapt
De 24 miljard die het vorige kabinet voor de aanpak van de stikstofcrisis én al deze beleidsterreinen had gereserveerd, is door de BBB bij de onderhandelingen over het nieuwe kabinet, inclusief het Nationaal Programma Landelijk Gebied'(NPLG), weggegeven. Wat dat betekent voor het zogeheten ”meekoppelen” van andere doelen, zoals ”Kaderstelling dierwaardige veehouderij” (zie handreiking gebiedsprogramma’s), moet worden bezien. Maar te vrezen valt dat hiervan weinig meer terecht komt. En het klonk zo mooi:
''Dierwaardige veehouderij – met waarborgen voor dierenwelzijn en diergezondheid – is een integraal onderdeel van kringlooplandbouw. In een integrale benadering worden zowel de hoofddoelen van het NPLG als de hoofddoelen van kringlooplandbouw bevorderd, waaronder dierenwelzijn en diergezondheid. Dat betekent ook bij het verbouwen of verplaatsen van stallen inzetten op het gebruik van integraal duurzame systemen, die dus diergericht ontworpen zijn. De eisen van diergericht ontwerpen kunnen worden meegenomen in de planvorming.''
(bijlage 14, pagina 103 Handreiking gebiedsprogramma's)
Wijziging Wet dieren
Sinds 1 juli van dit jaar is de Wet dieren gewijzigd. Er is een artikel aan toegevoegd met 2040 als jaar waarin dierwaardigheid gerealiseerd moet zijn. Dat is te danken aan oud-D66 kamerlid Tjeerd de Groot en VVD-er Thom van Campen. Zij hebben een bepaling in de wet laten opnemen waarin staat dat de minister binnen een jaar na 29 mei 2024 (dus voor 30 mei 2025) met algemene maatregelen van bestuur moet komen, die invulling geven aan een dierwaardige veehouderij.
Wiersma liet tijdens een debat met de vaste Kamercommissie van LVVN op 25 september weten dat ze hiervan op de hoogte is. ”Die verplichting wil ik nakomen”, zei ze. Besprekingen over het convenant dierwaardige veehouderij met vertegenwoordigers van de sectoren, de Dierenbescherming, markt- en ketenpartijen worden voortgezet. ”Er is een constructief proces gaande.” Veel geld is er vooralsnog niet: op de begroting van 2025 staat het schamele bedrag van 1 miljoen, bedoeld voor ”pilots/ketendeals waarin beoogde dierinhoudelijke maatregelen bij meerdere boerderijen worden toegepast om te leren of de maatregel het beoogde dierenwelzijnseffect heeft en om neveneffecten in kaart te brengen.” Voor 2026 en daarna zijn er nog geen uitgaven ingeboekt.
Een eerdere aflevering van Hoge hakken schreef ik op 10 juli.