
Een internationale groep van wetenschappers heeft een definitie opgesteld van positief dierenwelzijn. Het welzijn van dieren wordt in de definitie niet alleen bepaald door de afwezigheid van pijn, ander ongemak en negatieve ervaringen. Positieve ervaringen zijn onmisbaar. Dierenwelzijn is een toestand waarin een dier een goed en gelukkig leven kan leiden en zich kan ontwikkelen (”floreren”).
”Positief dierenwelzijn kan worden gedefinieerd als toestand waarin het dier floreert door de ervaring van overwegend positieve mentale toestanden en de ontwikkeling van competentie en veerkracht. Positief dierenwelzijn gaat verder dan het verzekeren van een goede fysieke gezondheid en het voorkomen en verlichten van lijden. Het omvat dieren die positieve mentale toestanden ervaren als gevolg van belonende ervaringen, inclusief het hebben van keuzes en kansen om actief doelen na te streven en gewenste resultaten te bereiken.”
De definitie van positief dierenwelzijn is gepubliceerd in Biology Letters. Ethologen, evolutiebiologen, sociale wetenschappers en filosofen, onder wie Laura Webb van Wageningen Universiteit, werkten eraan mee. Webb is naast onderzoeker in Wageningen tevens vice-voorzitter van het Europese onderzoeksnetwerk LIFTing boerderijdierenlevens. Daaraan zijn driehonderd wetenschappers uit 44 landen verbonden.
De opkomst van de term positief dierenwelzijn duidt op een andere benaderingswijze: van het minimaliseren van lijden bij boerderijdieren naar het bevorderen van positieve ervaringen, zoals plezier. Onderzoek op het gebied van positieve ervaringen bij landbouwhuisdieren, aangeduid als positieve emoties, stemmingen of affectieve toestanden, is de laatste jaren sterk toegenomen. Tijd voor een definitie waarover consensus bestaat, vonden de wetenschappers. Wageningen Universiteit heeft nu zelfs een speciaal team voor positief welzijn.
De definitie van positief dierenwelzijn kan behulpzaam zijn bij een nadere invulling van het begrip dierwaardige veehouderij. In dat begrip is immers een positieve emotionele toestand een wezenskenmerk. De vraag is nog wel of de partijen die in Nederland bezig zijn met een convenant dierwaardige veehouderij – overwegend vertegenwoordigers van de intensieve veehouderij – met de definitie uit te voeten kunnen. We zullen zien.