De manier waarop in de VS is omgegaan met het vogelgriepvirus H5N1 doet het ergste vrezen: het virus ging ruim een jaar ongecontroleerd rond in de melkveehouderij en sprong vervolgens (via besmette karkassen en besmette melk in riool-overstorten) over op wilde vogels en op pluimvee.
Nadat het virus sinds maart 2024 in vijftien staten de kop op stak op melkveehouderijen, sloeg het echt hard toe in de staat California. Daar stonden medio 2025 ruim 750 melkveebedrijven als besmet (geweest) geregistreerd, meer dan drie kwart van alle bedrijven. Tegelijkertijd waren er meldingen van honderden besmette spreeuwen, merels en duiven. Deze zogeheten ”spillover” zou het gevolg kunnen zijn van laksheid en nalatigheid, gebrek aan controle en inzicht in de verspreiding van het virus. In elk geval duit het op de aanwezigheid van grote hoeveelheden virus in de omgeving van besmette bedrijven.
In California werd de noodtoestand uitgeroepen. Er circuleerden horror-verhalen. Over hoe boeren proberen hun koeien in de benen te houden. ”In shifts van 14 uur pompten medewerkers liters elektrolytrijke vloeistoffen in zieke koeien via metalen buizen die in de slokdarm waren geplaatst. Het was alsof je naar een veldhospitaal op een actief strijdtoneel keek, waar honderden gewonde soldaten werden behandeld”, laat Keith Poulsen, veearts aan de University of Wisconsin, weten op de website van KFF Health News.
Hoe heeft het zo uit de hand kunnen lopen?
Het wetenschappelijke tijdschrift Lancet signaleerde al in juni 2024 dat er in de landbouwsector in de VS weerstand bestaat tegen testen en preventie, vanwege onder meer angst voor handelsbeperkingen. Ook de autoriteiten gaven aan dat er veel belemmeringen zijn voor het uitvoeren van onderzoek op met HPAI geïnfecteerde boerderijen. ”Als we complexe problemen zoals deze epizoötie (besmettelijke ziekte onder dieren, JH) willen oplossen, zal het absoluut noodzakelijk zijn manieren te vinden om eigenaren van boerderijen te verzekeren dat noodzakelijke epidemiologische onderzoeken hun bedrijven niet zullen schaden”, aldus diverse wetenschappers verbonden aan de Universiteit van Texas.
De Amerikaanse hoogleraar epidemiologie Christopher Dye liet in juni 2024 weten beducht te zijn voor een verergering van de epidemie. Hij wil meer. ”We moeten nu plannen opstellen voor de preventie, paraatheid en reactie op pandemieën”, schreef hij in het gerenommeerde medische tijdschrift British Medical Journal.
Er kwamen ook dringende adviezen vanuit Europa. ”Stop nu de H5N1-griep bij Amerikaans vee”, kopte het wetenschappelijke tijdschrift Science op 11 juli 2024. Een noodkreet van Nicola Lewis (Wereld Influenza Centrum in Londen) en Martin Beer (Friedrich Loeffler Institut in Duitsland). Ze pleiten voor meer toezicht op alle melkveebedrijven, testen van bulkmelk en quarantaine voor geïnfecteerd vee. Dit alles met onmiddellijke ingang.
Het Europese Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) adviseert de drempel voor testen op vogelgriep bij mensen te verlagen, met daarbij speciale aandacht voor mensen die mogelijk zijn blootgesteld aan virus, maar die geen griepsymptomen vertonen. ”We raden ook aan om alle gevallen die in het ziekenhuis zijn opgenomen vanwege griepsymptomen te testen op influenza en om die influenza A-positieve monsters die negatief zijn voor het seizoensgriepvirus verder te onderzoeken.” |
Bijna miljard voor testen en monitoren
De honderden miljoenen die toen nog president Biden aan het eind van zijn regeerperiode uittrok, onder meer voor het testen van dieren en het monitoren van de uitbraak, kwamen te laat. Het heeft niet kunnen verhinderen dat het virus zich op grote schaal verder verspreidde. Het landelijke programma voor het testen van melk kwam veel te laat.
Our Honor
Dierenwelzijnsorganisatie Our Honor (opgezet door dierenartsen) plaatste op 16 september 2024 een kritische post over de weigerachtige houding van delen van de Amerikaanse melkindustrie als het gaat om het testen van dieren en melk. Alleen de staat Massachusetts heft tot dusver alle daar aanwezige melkveehouderijen getest. Daarbij is geen enkele besmetting aan het licht gekomen.
Verwevenheid van bedrijven
Het virus dat in maart 2024 voor het eerst officieel bij koeien is aangetroffen betreft H5N1, clade 2.3.4.4b. De clade komt overeen met het virus dat in Europa circuleert, het genotype niet. Het gaat om genotype B3.13. In Michigan heeft de overheid nader onderzoek kunnen doen. Opmerkelijk is dat koeienvirus werd aangetroffen bij pluimvee. Niet alleen bij pluimvee op het besmette melkveebedrijf, maar ook bij pluimveebedrijven. Hetgeen erop duidt dat het virus heen en weer gaat.
Vermoedelijk is het virus meegenomen door mensen. 7% van het personeel op melkveebedrijven werkt ook op pluimveebedrijven. 13% heeft familie die op pluimveebedrijven werkt. De verwevenheid van bedrijven via personeel en andere relaties, destructie, dierenartsen, afvoer van mest, etc. helpt het virus zich verder te verspreiden. Vaak krijgen de wilde vogels de schuld, maar het onderzoek toont aan dat het specifieke virus (nog) niet onder deze dieren is aangetroffen.

Dode katten waren aanleiding om melk van koeien te testen
Experts krijgen steeds meer bewijzen in handen dat het virus nu een nieuwe barrière voor overdracht tussen zoogdieren heeft doorbroken. Katten die van de melk van zieke koeien hebben gedronken, zijn eveneens (ernstig) ziek geworden en een aantal heeft dat niet overleefd. Dode katten op een melkveebedrijf met zieke koeien waren zelfs de aanleiding om de melk op vogelgriep te testen.
In de loop van 2024 raakt het voer voor huisdieren verdacht. Begin 2025 komen de autoriteiten met een testprogramma. Producenten van katten- en hondenvoer moeten H5N1 opnemen in hun analyses van grondstoffen. Het zou kunnen dat het voer delen bevat van besmet vlees van pluimvee, waaronder kalkoen.
Een analyse van virus aangetroffen bij melkkoeien, vogels, huiskatten en een wasbeer op besmette boerderijen duidt op overdracht tussen soorten. Er blijkt tevens sprake van een efficiënte koe-op-koe-overdracht. In de loop van 2024 is het virus H5N1 ook bij alpaca’s op boerderijen met melkvee aangetroffen.
Bovine HPAI H5N1
Wetenschappers maken zich zorgen over steeds terugkerende wereldwijde uitbraken van het H5N1-virus en de overdracht van virus op een breed scala aan gastheren. Er is sprake van een toenemende aanpassing van het virus aan zoogdieren. Gesproken wordt inmiddels over bovine HPAI H5N1 (hoogpathogene koeiengriep).
Onderzoek heeft uitgewezen dat dit type virus niet alleen koeien en vogels ziek kan maken, maar dat het zich kan binden aan cellen in de bovenste luchtwegen van mensen. Het virus bezit eigenschappen die infectie en overdracht bij zoogdieren kunnen vergemakkelijken. Dat maakt de dreiging van een pandemie weer iets reëler.
Surveillance van HPAI-virussen bij gedomesticeerde productiedieren, inclusief rundvee, is nodig om te achterhalen hoe het virus zich onder verschillende omstandigheden ontwikkelt. En vooral: of er zich een variant ontwikkelt die ook van mens op mens kan overgaan. Maar de landbouwautoriteiten geven slechts beperkt gegevens vrij van de genetische sequenties van de virussen die ze hebben bemonsterd, zo signaleren de auteurs van een artikel op statnews. ”Koeien en werknemers worden niet op grote schaal getest, wat leidt tot angst voor gemiste infecties. Van uitgebreide serologische onderzoeken van koeien of mensen — die antilichamen tegen H5N1 in bloed kunnen detecteren en een schatting kunnen geven van de werkelijke omvang van infecties — moeten de resultaten nog worden vrijgeven.”
Illegale migranten in de melkveehouderij
Omdat er veel (illegale) migranten werkzaam zijn in de Amerikaanse melkveehouderij, is het lastig werknemers die in nauw contact staan met mogelijk besmette koeien te testen op de aanwezigheid van virus. Boeren zijn huiverig om gezondheidsfunctionarissen toe te laten op hun bedrijf. Dat is een groot risico. Illegale werknemers blijven onder de radar en kunnen het virus verspreiden van bedrijf naar bedrijf.
De uitbraak bij koeien in de VS toont direct hoe enorm groot de Amerikaanse vlees- en zuivelindustrie is. De besmetting van koeien met vogelgriep is een bijzonder verontrustende boodschap, wetende dat rundvee- en melkveebedrijven in de VS met duizenden koeien geen uitzondering zijn. Wanneer zich op een dergelijk groot bedrijf een mutatie voordoet die een gevaar vormt voor de mens, dan is de kans groot dat uit voorzorg op grote schaal dieren worden gedood.
Ziekteverschijnselen
Niet overal worden koeien ziek door een besmetting met H5N1. Er zijn besmette bedrijven bekend waar koeien geen symptomen vertoonden. Maar het komt ook voor dat in één stal 40% van de koeien besmet raakten en de koeien ziekteverschijnselen vertoonden: ontsteking van de uier, koorts. Ze eten minder, drinken minder en geven minder melk. Hun ontlasting verandert en ze hebben ademhalingsproblemen. Longblaasjes en borstklier zijn aangetast. Besmettelijk virus en RNA zijn aangetroffen in de melk.
Onderzoekers concludeerden in het Journal of Virology van augustus 2025: ”De recente opkomst van de hoogpathogene aviaire influenza H5N1 clade 2.3.4.4b bij melkvee heeft aangetoond dat het virus zich in de melkklier kan vermenigvuldigen, mastitis kan veroorzaken en een hoge virale lading in de melk kan produceren. Dit geeft aanleiding tot grote bezorgdheid over de mogelijke zoönotische overdracht op mensen en andere dieren die in contact komen met geïnfecteerde melkkoeien en ongepasteuriseerde melk.”’

Ziekteverschijnselen doen zich hoofdzakelijk voor bij melkgevende koeien. Dat wil overigens niet zeggen dat zij de enige zijn die besmet kunnen raken. Besmette koeien zonder ziekteverschijnselen zijn vanuit epidemiologisch oogpunt niet minder risicovol. Onduidelijk is of en hoeveel besmette koeien inmiddels zijn afgevoerd naar de destructie. Koeien die niet herstellen, worden hoogstwaarschijnlijk gedood. Er zijn meldingen van 10-15% sterfte bij besmette koeien.
Drink geen ongepasteuriseerde melk
De autoriteiten en de agro-industrie vrezen vooral dat de consument het laat afweten. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om geen ongepasteuriseerde melk te drinken. Ook de melkveebedrijven zijn gewaarschuwd. Ze moeten er rekening mee houden dat het virus van koe op koe wordt overgedragen. Wellicht via de apparatuur waarmee koeien worden gemolken.
Wetenschappers wachten in spanning af
Over de hele wereld volgden virologen en epidemiologen de ontwikkelingen op de voet. Op 21 april 2024 publiceerde de USDA de genetische code van het virus op een voor het publiek toegankelijke website. Uit onderzoek van het Duitse Friedrich Loeffler Instituut onder 1400 Duitse koeien blijkt dat het ”Europese” vogelgriepvirus H5N1 zich ook in koeien kan vermeerderen. Net als het ”Amerikaanse” virus vermeerdert het zich vooral in de uiers. ”Twee kenmerken van de H5N1-uitbraak bij runderen maken uitroeiing haalbaar. Ten eerste lijkt de meeste overdracht via melkmachines te verlopen in plaats van de meer diffuse ademhalingsroute. Verbeteringen in hygiëne en bioveiligheid zouden de overdracht mogelijk kunnen tegengaan. Ten tweede lijkt overdracht van virus via wilde vogels naar melkvee zeldzaam te zijn. Als Amerikaanse melkveehouders de huidige H5N1-uitbraak zouden kunnen elimineren door een combinatie van bioveiligheid, testen, quarantaine, realtime genomische epidemiologie en mogelijk vaccinatie en/of afschot, zou het virus mogelijk niet terugkeren van wilde vogels. Echter, zes maanden na de uitbraak kan het al te laat zijn”, schreven wetenschappers begin 2025 in een groot overzichtsartikel ”De wereldwijde H5N1-influenza-panzootische ziekte bij zoogdieren” (Nature)
Testplicht bij transport van koeien
De USDA zegt bewijzen te hebben dat besmettingen zijn te herleiden tot insleep via koeien van het ene naar het andere bedrijf. Ook zouden er bewijzen zijn dat virus is verspreid vanuit een melkveebedrijf naar een nabijgelegen pluimveebedrijf. Het leidde niet tot een algeheel transportverbod van vee in de VS, noch een algehele testplicht. Wel kwamen er een meldplicht en een testplicht voor transport van koeien van de ene staat naar de andere.
In juli 2024 kwam de VN-organisatie voor voedsel en landbouw FAO met een reeks aanbevelingen, zoals het houden van pluimvee niet te combineren met het houden van koeien, ziek vee te isoleren en geen ongepasteuriseerde melk te voeren aan kalveren.
De FAO signaleerde destijds nog geen afname van de melkproductie in de VS ten gevolge van de epidemie. Ook de vleesvoorraden in de VS waren nog op peil.
Pluimvee-afval als veevoer
Grote vraag is hoe het virus, dat al geruime tijd rondging in de pluimvee-industrie, in de melkveehouderij terecht is gekomen.Verschillende bronnen wijzen op het gebruik van pluimvee-afval, afkomstig van vloeren in pluimveestallen, als goedkoop voer voor koeien. De Britse Telegraph en de Los Angeles Times hebben hierover uitgebreid bericht. Dat zou de insleep van virus op melkveebedrijven op meerdere plekken in de VS kunnen verklaren. Al enige tijd heerst er in de VS vogelgriep in de omvangrijke pluimvee-industrie. Sinds februari 2022 zijn er 95 miljoen kippen, kalkoenen en andere vogels gedood. Dat gaat inde VS anders dan in Nederland. Hier gaat het via vergassing gedode pluimvee voor vernietiging naar de Rendac. In de VS worden de dode dieren in veel gevallen ter plekke gecomposteerd of begraven, meldt Reuters.
Het verschil in werkwijze valt gedeeltelijk te verklaren uit de ”rijke” ervaring met vogelgriepuitbraken in Nederland. Zo is in 2003 al gebleken dat het doden van pluimvee in stallen waar ventilatoren het stof met virus en al naar buiten bliezen, een zeer riskante bezigheid was die leidde tot uitbreiding van de epidemie. Ook is er een groot verschil in de ligging van pluimveestallen en de nabijheid van woningen. Waar in de VS de stallen vaak op enige afstand van steden en dorpen liggen, bevinden de stallen in Nederland zich overwegend in de buurt van woonkernen.
Ondertussen in Vietnam: op vogelmarkten circuleert veel virus, waaronder veel zeer pathogene H5N6-stammen, die een bedreiging vormen voor pluimvee en mensen. Dit blijkt uit testen die in het eerste kwartaal van 2024 zijn uitgevoerd. In september 2024 komen er berichten over de dood van 47 tijgers, drie leeuwen en een panter. De dieren bevonden zich in een safari-park en waren besmet met H5N1. |
https://www.theguardian.com/world/2024/oct/03/vietnam-bird-flu-outbreak-tiger-deaths-my-quynh-safari-vuon-xoai-zoo?CMP=share_btn_url
In Nederland geldt een meldplicht
Voormalig landbouwminister Adema liet op 7 juni 2024 in antwoord op Kamervragen weten dat de kans klein is dat een situatie op bedrijven zoals beschreven in de VS in Nederland onopgemerkt zou blijven. In Nederland bestaat een meldplicht. Er zijn momenteel geen aanwijzingen van besmettingen van herkauwers buiten de VS bekend, aldus Adema. Er komen geen levende koeien vanuit Amerika naar Nederland. Rundersperma zou wel een eventuele bron voor virusverspreiding kunnen zijn. In de VS wordt daar wordt nog nader onderzoek naar gedaan.
Adema heeft het in zijn brief niet over een mogelijke besmettingsroute via de import van kalveren. Wie de mond- en klauwzeercrisis heeft meegemaakt, zal daar niet gerust op zijn: kalveren uit Ierland brachten in 2001 het virus naar de boerderij van Gerrit van der Weerd in Oene (NL).
Bloedonderzoek bij herkauwers in Nederland over de periode 2022 tot 2024 heeft tot dusver geen aanwijzingen opgeleverd dat runderen besmet zijn geweest met een hoogpathogeen vogelgriepvirus. Op Pluimveebedrijven waar vogelgriep uitbreekt en ook koeien aanwezig zijn, zullen alle dieren worden gescreend.
De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) gaat er bij de zogeheten ”basismonitoring” rekening mee houden dat koeien met vogelgriep besmet kunnen zijn. In Nederland bestaat vooral de vrees dat vogelgriep opduikt bij varkens. Testen hebben tot dusver geen H5N1 bij varkens aangetoond. Wel is er al een draaiboek voor het geval er zich toch een uitbraak voordoet. En er is besloten tot gerichte controle bij varkenshouderijen waar de dieren buiten lopen, waar ook pluimvee aanwezig is en die in waterrijke gebieden liggen.
Beleidsdraaiboek vogelgriep bij koeien
Omdat een uitbraak van vogelgriep bij Nederlandse koeien niet kan worden uitgesloten en het om een zoönose gaat, is er een draaiboek met talrijke maatregelen opgesteld. Een van de maatregelen is het doden van besmette dieren. ”In de meeste gevallen zal besloten worden om de dieren te laten uitzieken. Daarbij worden aanvullende maatregelen ingesteld ter voorkoming van verspreiding onder mensen of dieren. In een uiterst geval kan worden besloten om (PCR-positieve) dieren te ruimen. Deze maatregel kan worden toegepast indien een situatie ontstaat waar de volksgezondheid risico loopt of er risico is op het uit de hand lopen van een uitbraak tussen bedrijven en contaminatie van de omgeving.”
Publieke opinie
Het is misschien nog te vroeg om te zeggen wat de nieuwe wending in de vogelgrieppandemie doet met de publieke opinie over de melkvee- en pluimveehouderij in de VS. De autoriteiten doen er alles aan de bevolking gerust te stellen. Geadviseerd wordt geen rauwe melk te drinken en vlees voldoende te verhitten.
We hoeven maar even terug te denken aan de Q-koortsepidemie in Nederland (2005-2011) om te zien hoe autoriteiten omgaan met een dierziektecrisis en daar zeker in de beginfase altijd het belang van de industrie voorop stellen. Dat is in de VS niet anders. Vooral roepen dat de producten – in dit geval de melk – veilig zijn. Vooral geen volledige opening van zaken geven. Het publiek krijgt kortom niet de kans zich een mening te vormen. Totdat kritische wetenschapers en onderzoeksjournalisten lastige vragen gaan stellen, gefrustreerde overheidsdienaren aan de praat krijgen en in het bezit komen van documenten die duidelijk maken wat er achter de schermen gaande is.
In Nederland heeft de Q-koorts uitbraak destijds een flinke deuk geslagen in het imago van de geitenhouderij. De sector stond als redelijk diervriendelijk bekend. Sinds de uitbraak nam de aandacht toe voor het zogeheten bokjesprobleem (het overschot aan bokjes ging op transport naar mesterijen). De gevolgen van de geitenhouderij voor de volksgezondheid kreeg er nog een dimensie bij: er is een vergroot risico op longontsteking voor omwonenden. Al enige tijd mogen op veel plekken in Nederland de geitenbedrijven niet meer uitbreiden.
Dieperliggende oorzaken
In het eerder genoemde artikel in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Lancet leggen de auteurs een relatie tussen de uitbraak van H5N1 bij koeien in de VS en ”onze voeding, onze intensieve landbouwpraktijken, ons levensonderhoud, ons gedrag en onze culturen, onze uitbuiting van de natuurlijke wereld en onze vernietiging van het milieu.”
Ze duiden daarmee op de dieperliggende oorzaken van de heersende vogelgriepepidemie.
De gevolgen van het vogelgriepvirus voor de gigantische aantallen dieren in industriële systemen, hebben in de VS al tot maatschappelijke acties geleid, toen duidelijk werd dat besmette pluimveebedrijven de ventilatiesystemen uitzetten en de temperatuur in de stallen op hittehoogte instellen. De dieren sterven een gruwelijke dood.
De twee hoogleraren Robyn Alders en Dirk Pfeiffer zien het huidige voedselsysteem met z’n intensieve veehouderij als drijvende kracht achter de epidemie: ”De huidige verspreiding van het HPAI H5N1-virus onder melkvee in de VS wordt mogelijk gemaakt door de grote veestapel, de regelmatige verplaatsing van dieren en besmettelijke stoffen (objecten of materialen die infecties kunnen overbrengen, zoals kleding, schoenen en gebruiksvoorwerpen) tussen productiefaciliteiten en het gebrek aan genetische heterogeniteit in de Amerikaanse nationale Holstein-Friesian-veestapel, met 9 miljoen koeien die genetisch afstammen van twee stieren”, schrijven ze in een artikel op het platform Devpolicyblog.
Massale executies
Een artikel op vox.com geeft wat achtergrondinformatie over de rol van dierenartsen bij massale executies. Waarom komt deze beroepsgroep niet in opstand tegen deze manier van doden? Dat komt doordat dierenartsen langzaam met de industrialisering van de veehouderij zijn meegegroeid. De meesten zijn technocratisch, technologisch en politiek ingesteld op de dierlijke productie, stelt Susan Jones, wetenschapshistoricus aan de Universiteit van Minnesota en dierenarts. Dierenartsen zien dieren minder als levende, bewuste wezens en meer als productie-eenheden, aldus Jones. De diepgewortelde bio-industrie verhindert dat dierenartsen grotere ethische vragen stellen.
Megapluimveebedrijven besmet
Nog altijd zijn er uitbraken in de Amerikaanse pluimvee-industrie. Bij veel van die uitbraken blijkt hoe groot de bedrijven zijn. Er doen zich gevallen voor van vier miljoen dieren die in twee dagen moesten worden gedood. Ook in California gaat het virus over van koe naar kip, al dan niet geholpen door menselijk contact.
Ook mensen besmet
Er zijn inmiddels ook tientallen mensen besmet geraakt. Ze vertoonden ziekteverschijnselen na contact met melkkoeien die vermoedelijk waren besmet met vogelgriep. Het voornaamste symptoom was conjunctivitis (oogontsteking). Medio juli 2024 komen er meldingen vanuit de deelstaat Colorado dat medewerkers uit de pluimvee-industrie besmet zijn geraakt bij het ruimen van kippen op een bedrijf met 1,8 miljoen dieren. Het personeel heeft onder zeer zware omstandigheden (bijna 40 graden) moeten werken en zichzelf waarschijnlijk onvoldoende beschermd. Het virus dat bij hen is aangetroffen, is verwant aan het virus dat rondgaat onder koeien. Hetgeen opnieuw een bevestiging is van uitwisseling van virus tussen koeien- en pluimveebedrijven. Eind december 2024 zijn er inmiddels ruim 60 officiële menselijke besmettingen, waarvan een aantal niet direct gerelateerd kan worden aan contact met besmette koeien of kippen. De berichten over een mogelijke pandemie onder mensen nemen toe. Een virus dat van mens op mens kan overgaan, komt dichterbij.
In 2003 raakten tijdens de vogelgriepepidemie onder pluimvee in Nederland (H7N7) ook mensen besmet. Vooral ”ruimers” kregen destijds grote hoeveelheden virus over zich heen. Een dierenarts overleed aan vogelgriep. Medewerkers krijgen tegenwoordig in Nederland uit voorzorg een griepprik en indien nodig antivirale middelen. Er bestaat een richtlijn Influenza van dierlijke oorsprong.
Food for thought
De serie bij de Publieke Omroep NPO (VPRO) ”Food for thought” van Kadir van Lohuizen geeft een fascinerend inkijkje in de veehouderij in de VS. De eerste aflevering, De Nieuwe Cowboys, is uitgezonden op 8 april 2024, NPO2. De tweede (China, achter de muur) op 15 april, de derde (Kenia, de groentetuin van Europa) op 22 april, en de vierde (Koeien in de woestijn) op 29 april 2024.
Berichten en artikelen op dit blog worden geregeld bijgewerkt.