NVWA moet 5-sterren manege beter controleren op bewegingsvrijheid voor paarden

Beetje rondkijken op een manege, een praatje maken met een dierenarts en de eigenaar – dat blijkt allemaal niet genoeg om te kunnen beoordelen of alle paarden voldoende beweging en mogelijkheden tot sociaal contact krijgen. Zo heeft de rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 november 2024 geoordeeld.

De controlerende instantie NVWA moet gebruikmaken van wetenschappelijke inzichten en adviezen van experts, aldus de uitspraak in een beroepsprocedure, aangespannen door Dier&Recht. Daarvoor heeft het CBb de NVWA twaalf weken de tijd gegeven.

Dier&Recht had in 2020 een verzoek om handhaving ingediend vanwege een vermoeden van dierenmishandeling bij een 5-sterren manege met circa 200 paarden. De dieren zouden veel te weinig vrije beweging krijgen. De NVWA inspecteerde de situatie ter plekke, sprak met de eigenaar, de praktiserend dierenarts en de FRNS (de Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra) en wees het verzoek om handhaving af: ”Geen omissies op het gebied van dierenwelzijn, controle akkoord.”

Nader en zorgvuldig onderzoek nodig

Dier&Recht ging in beroep. Afgelopen zomer was de zitting bij het rechtscollege CBb. Centrale vraag: is er voldoende onderzoek gedaan naar de feiten? Het CBb vindt van niet. De minister (lees de NVWA) zal op grond van nader en zorgvuldig onderzoek moeten onderbouwen of, gelet op hun fysiologische en ethologische behoeften, de manege aan de paarden en pony’s voldoende beweging en gelegenheid voor sociaal contact biedt.

Volgens de rechter kan de minister aan deze eis voldoen door de algemeen aanvaarde resultaten van (empirisch) wetenschappelijk onderzoek als uitgangspunt te nemen. Aan de hand van de uit dit onderzoek verkregen kennis van de feiten moet de minister motiveren of er al dan niet sprake is van een (gedeeltelijke) overtreding van artikel 2.1, eerste lid (dierenmishandeling), en/of artikel 2.2, achtste lid (verbod op onthouden van verzorging) van de Wet dieren en/of artikel 1.6, eerste en tweede lid (bewegingsvrijheid, voldoende ruimte voor fysiologische en ethologische behoeften) van het Besluit houders van dieren.

Dier&Recht tevreden. ”Dankzij deze uitspraak kunnen paarden op maneges in heel Nederland rekenen op meer aandacht voor hun natuurlijke behoeften. Dit is een grote stap richting een toekomst met een beter leven voor paarden.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *