
Bestaande wetgeving op het gebied van dierenwelzijn voldoet niet meer. Dat stelt de inspecteur-generaal Gerard Bakker in een reactie op een rapport van het BuRO. ”Voor ons toezicht onderschrijven we de zes principes van dierwaardige veehouderij die gebaseerd zijn op de huidige wetenschappelijke kennis en inzichten.”
”We zien het als onze rol om als NVWA actief bij te dragen aan handhaafbare en uitvoerbare normstelling binnen een dierwaardige veehouderij”, aldus Bakker. Hij pleit voor een systeemverandering.
”Ernstige aantasting van dierenwelzijn bij miljoenen dieren”
Het Bureau risicobeoordeling en onderzoek (BuRO) is een onafhankelijk adviesorgaan van de NVWA. Het BuRO heeft zich eerder zeer kritisch uitgelaten over de Nederlandse dierenwelzijnswetgeving. Die biedt dieren in de veehouderij onvoldoende bescherming. Maar het jongste advies ”Risicobeoordeling roodvlees- en grofwildketen”, opgesteld onder verantwoordelijkheid van Prof. dr. Dick T.H.M. Sijm, gaat verder. Daarin wordt aangegeven dat de situatie in feite onhoudbaar is.
Het BuRO spreekt over de ”gevaren die dierenwelzijn, diergezondheid en voedselveiligheid bedreigen”. En: ”hoge productie-efficiëntie zorgt voor een extra aantasting van het dierenwelzijn.” Vooral ”de risico’s voor zeugen, vleesvarkens en vleeskalveren worden als groot beoordeeld.” (…) ”Sommige ernstige aantastingen van het dierenwelzijn komen momenteel frequent voor bij miljoenen dieren, zelfs wanneer volledig wordt voldaan aan de wet- en regelgeving betreffende dierenwelzijn.” (…) ”De grotendeels uit open normen bestaande wet- en regelgeving biedt hiervoor de ruimte.”
Rapport had geschreven kunnen zijn door Varkens in Nood
Het rapport had geschreven kunnen zijn door organisaties als Varkens in Nood of Dier&Recht. Het laat zich lezen als één grote erkenning van misstanden. Neem dit citaat: ”Het dierenwelzijn van honderdduizenden zeugen in de varkenssector wordt ernstig aangetast vanwege de langdurige fixatie voorafgaand aan en aansluitend op het werpen van biggen. Met name de emotionele toestand van de dieren, de beperking van het natuurlijk gedrag en de lage waardering van de intrinsieke waarde van de dieren staan langdurig onder druk.”
De NVWA ziet meer ellende in de intensieve veehouderij dan de misstanden die worden gemeld of die via de publiciteit naar buiten komen. ”Deze gemelde dierenwelzijnsproblemen vormen op populatieniveau niet de grootste welzijnsrisico’s”, aldus het BuRO. De grootste risico’s zitten eerder in misstanden waarbij het om grote aantallen dieren gaat, zoals biggensterfte. In de varkenshouderij wordt de biggensterfte tot spenen geschat op 16 tot 35%.
Het rapport beschrijft de grootste welzijnsrisico's in de varkens- en kalverhouderij, bij het vleesvee, de schapen en geitenbokjes. Het gaat om risico's waaraan >60% van de dieren is blootgesteld. Enkele voorbeelden:
Varkens
• Honger bij guste en dragende zeugen
• Ongerief door het niet kunnen uiten van natuurlijk gedrag
• Vastleggen van kraamzeugen in een kraambox
• Vroeg en abrupt spenen van biggen
• Gebrek aan mogelijkheden seksueel gedrag
• Chronische luchtwegaandoening.
Vleeskalveren
• Geen toegang tot drinkwater tijdens de individuele huisvesting
• Gebrek aan ligcomfort en beperkingen in natuurlijk (spel)gedrag
• Het verstrekken van een grote hoeveelheid melk in één keer, van ruwvoer anders dan hooi en een te kleine hoeveelheid ruwvoer
• Een te hoge bezettingsgraad
• Ernstige luchtwegproblemen.
Staarten van biggen
Volgens BuRO is het van belang na te gaan of het toezicht van de NVWA daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van dierenwelzijn en niet alleen gericht is op naleving van de wet. Het BuRO verwijst naar het couperen van biggenstaarten. Wettelijk is dat niet toegestaan, tenzij andere maatregelen (zoals het verminderen van de varkensdichtheid of aanpassen van omgevingsfactoren) op het bedrijf eerder onvoldoende hebben geholpen tegen staartbijten.
Hebben eerdere maatregelen niet geholpen, dan mogen bij uitzondering staarten van biggen tot vier dagen oud gecoupeerd worden. Het BuRO stelt echter vast dat momenteel 98% van de varkens een gecoupeerde staart heeft. Zogeheten ”hokverrijking” (een Europese verplichting) zou kunnen helpen. Maar daar ontbreekt het vaak aan. Uit de inspectieresultaten van de NVWA blijkt dat de meest voorkomende overtreding op varkensbedrijven in 2022 te maken had met hokverrijking.
De inspecteur generaal van de NVWA krijgt van het BuRO het advies om in het geval van open normen strenger te handhaven door meer gebruik te maken van huidige wetenschappelijke inzichten. De minister van LVVN krijgt het advies vooral verder te gaan met wetgeving op het gebied van dierwaardige veehouderij en het toezicht op bedrijven te intensiveren.