
De Sectorraad Paarden gaat niet verder met het Keurmerk Paard en Welzijn (KPW). Er is te weinig belangstelling voor. ”Een aantal” hippische bedrijven heeft de afgelopen jaren na welzijnsinspecties het keurmerk ontvangen. ”Zij mogen het bord houden en eventueel ook laten hangen aan de gevel”, aldus de Sectorraad.
Het uit 2014 daterende keurmerk – destijds een initiatief van Bastiaan de Recht, Amber Koppen en Machteld van Dierendonck – blijkt geen succes. In 2017 nam de Sectorraad Paarden de verantwoordelijkheid over. Deze overkoepelende organisatie van maneges en pensionstallen, boerenorganisatie LTO, organisaties van sportpaarden en paardenhandelaren, werd verantwoordelijk voor de keuringen.
Het betekende automatisch dat de lat laag lag. De Sectorraad Paarden geldt nu eenmaal niet als een vooruitstrevende organisatie. De handleiding voor de keuringen (nog altijd te vinden op keurmerkpaardenwelzijn.nl) stelde minimale eisen. Ook stallen met boxen kwamen in aanmerking voor een keurmerk, zo blijkt. Paarden hoefden niet perse fysiek contact met elkaar te kunnen hebben. Twee uur per dag beweging, met een minimum van zestien uur per week, was voldoende.
Heel begrijpelijk dat de animo gering is. Met dergelijke criteria is het nogal gênant om een keurmerkbordje aan de gevel te hangen. Uit een overzicht blijkt dat in 2021 het laatste bordje werd uitgereikt: aan stal Willig in Abcoude. Sindsdien is het keurmerk uit de gratie.
De Sectorraad Paarden zet nu in op het vergroten van kennis over het welzijn van paarden. De raad gaat onder voorzitterschap van oud-landbouwminister Gerda Verburg verder met een eigen ”kennis- en innovatie agenda”. Gesproken wordt over de wetenschap die nieuwe inzichten laat zien. In het artikel Gedrag van paarden lees je hier meer over.