Strijd om de Wet dieren nog niet gestreden

De kans op een spoedige, ingrijpende verandering van de Wet dieren leek verkeken. Maar op 28 mei 2024, de dag dat de Eerste Kamer het zogeheten amendement Vestering definitief om zeep hielp, was daar ineens een initiatiefwet.

De Partij voor de Dieren geeft niet op. De halfbakken wetswijziging van demissionair minister Adema, die de intensieve veehouderij in Nederland tot 2040 en ver daarna de tijd geeft om dierwaardig te worden, krijgt nu weer geduchte concurrentie.

In de initiatiefwet, ingediend door fractievoorzitter Esther Ouwehand, staan regels met een zogeheten directe werking. De wet vult in feite al in waar de wetswijziging van Adema nog in moest voorzien met behulp van zogeheten algemene maatregelen van bestuur (amvb’s). De initiatiefwet bevat een reeks voorschriften voor het houden van dieren.

Waaraan de intensieve veehouderij moet voldoen is onder artikel 2.2 (Houden van dieren) gedetailleerd uitgewerkt, op basis van wetenschappelijke inzichten. Geen open normen dus, maar een omschrijving van gedragsbehoeften waaraan moet worden voldaan. Deze gelden voor bedrijfsmatig gehouden varkens, runderen, kippen, schapen, geiten, konijnen en eenden.

2040

De initiatiefwet stelt een termijn: 2040. Op 1 januari van dat jaar moet het voor elkaar zijn. Ook daarin wijkt de initiatiefwet van Ouwehand af van de wetswijziging van Adema. Deze noemt 2040 als streefdatum, maar geeft de intensieve veehouderij volop de gelegenheid de boel als vanouds te traineren. De initiatiefwet van Ouwehand biedt weliswaar ruimte aan overgangsrecht, maar met behulp van amvb’s zullen er regels worden gesteld aan degenen die daarvan gebruik maken.

Anders dan met het amendement Vestering, brengt de Partij voor de Dieren deze keer een  wetswijziging in stelling die de indiener zelf moet verdedigen in de Tweede en Eerste Kamer. De minister kan alleen maar toekijken. Het ministerie van LNV idem dito. Het wetgevingsproces is volledig aan onze volksvertegenwoordiging.

Vooralsnog heeft de Raad van State geadviseerd het wetsvoorstel in zijn huidige vorm niet in te dienen, maar aan te passen. Een van de voorgestelde aanpassingen gaat over een overgangstermijn voor het verbod op lichamelijke ingrepen. Ook zou er nog overleg moeten plaatsvinden met handhavende instanties, aldus de Raad van State. Huiswerk dus voor de Partij voor de Dieren.

In z’n algemeenheid geldt dat als de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel aanvaardt, het een voorstel wordt van de gehele Kamer. Na aanvaarding moet de indiener het voorstel in de Eerste Kamer verdedigen. Neemt die het initiatiefwetsvoorstel aan, dan is er alleen nog een handtekening vereist van de Koning en de verantwoordelijke minister(s).

Spannende politieke tijden

Met de huidige politieke verhoudingen in de Tweede Kamer en de nog niet nader gedefinieerde relatie tussen de fracties van VVD, NSC, PVV en BBB en het nieuwe kabinet breken spannende tijden aan. Daarin kunnen zomaar, net als in 2021 toen het amendement Vestering werd aangenomen, onverwachte meerderheden ontstaan. In de Eerste Kamer gaf de VVD op 28 mei al een voorproefje van wat mogelijk is. De senatoren moesten stemmen over een motie van de PvdD. Die vraagt de regering om binnen zes maanden met een voorstel te komen voor het stoppen met het routinematig afknippen van varkenstaarten en verkleinen van hoektanden. VVD stemde voor, BBB en PVV tegen.

Maanden later, op 25 september 2024, kwam BBB helemaal alleen te staan in een debat over de veeprikker (ook wel stroomstootwapen genoemd). VVD, NSC, en PVV bleken voor een verbod, waarna de nieuwe landbouwminister Wiersma overstag ging en toezegde een al klaar liggend wetsvoorstel van haar voorganger Piet Adema naar het parlement te sturen.

Hoofdlijnenakkoord

Het hoofdlijnenakkoord laat ruimte voor zelfstandig optreden van de fracties. Daarin staat:

  • Er worden concrete stappen gezet naar een toekomstbestendige, nog meer dierwaardige veehouderij.
  • Daartoe wordt per diersoort vastgelegd waar stallen aan moeten voldoen op lange termijn. Dit geeft veehouders een realistisch tijdpad om stallen, in een natuurlijk afschrijvingsritme, aan te passen. De overheid maak het mogelijk te starten met concrete pilots.
  • Bij de uitwerking is aandacht voor de investeringen, die dit van veehouders vergt en welk deel zij via een goed verdienmodel kunnen terugverdienen. Indien dit onvoldoende kan, wordt bezien op welke manier de overheid hier een bijdrage in kan leveren of wordt het beleid aangepast.

Het is aan de nieuwe minister van landbouw om hier invulling aan te geven. Over de invulling van het hoofdlijnenakkoord hoeft niet perse eenstemmigheid te bestaan onder de coalitiegenoten. De mate waarin ze elkaar vasthouden is waarschijnlijk afhankelijk van het onderwerp en eventuele spanningen die er ongetwijfeld ontstaan. Zoals gezegd: er kunnen zich onverwachte meerderheden voordoen. Het zal vooral een kwestie van goede timing zijn om de initiatiefwet te laten slagen.

Lees meer:

Wetgeving dierwaardige veehouderij, te laat en veel te mager
AMvB dieraardige veehouderij voorlopig van de baan
Partij voor de Dieren komt met aangepaste initiatiefwet die einde moet maken aan bio-industrie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *