
Weidegang is een wezenskenmerk van een dierwaardige rundvee- en melkveehouderij. Veel gedragsbehoeften van runderen komen het beste buiten in de wei tot hun recht. Dat is geen verzinsel van de mens. Koeien zijn zeer gemotiveerd om naar buiten te gaan, zo blijkt uit onderzoek. Maar het gaat niet goed met de weidegang. Althans in de gangbare melkveehouderij.
Ondanks afspraken in 2012 (convenant weidegang) met als doel om in 2030 op minimaal 81,2% van de melkveebedrijven een vorm van weidegang toe te passen, stagneert de vooruitgang. Na tien jaar van toename – mede dankzij de invoering van weidepremies – is er in de gangbare melkveehouderij al een daling te zien. De tijd dat de koeien buiten zijn neemt af. En niet zo’n klein beetje ook. In 2013 was het gemiddelde aantal weide-uren op jaarbasis 1.725 uren. In 2022 was dat gedaald met 22,4% naar 1.338 uren. (Deelrapportage behoud weidegang WUR).
Schaalvergroting
Er worden tal van oorzaken voor deze daling aangevoerd, zoals weersomstandigheden en controle over de voerinname. Maar bij analyses ontbreekt vaak de hoofdoorzaak: een toenemende schaalvergroting in combinatie met een efficiënte bedrijfsvoering en het onder controle houden van emissies. WUR wijst in de deelrapportage onder meer op premies voor verlaging van broeikasgassen. Die kunnen een negatief effect hebben op weidegang. Het wordt om die reden financieel aantrekkelijk gemaakt om de koeien binnen te houden.
Ook het Planbureau voor de Leefomgeving heeft oog voor deze ontwikkeling. “Het landschap zal leger worden doordat dieren eigenlijk jaarrond vooral in stallen zullen moeten staan om de staltechniek maximaal te benutten. Koeien in de wei zijn een beeld uit het verleden geworden”, voorspelt dit instituut bij voortzetting van een intensief-technologisch scenario.
Gebrek aan grote huiskavels
Lang niet alle bedrijven beschikken over voldoende hectares aangrenzend aan de stal, waarop meer dan 100 koeien kunnen worden geweid. Daar komt bij dat koeien die buiten lopen het gras vertrappen en mest achterlaten. Deze percelen zijn moeilijk in te passen in een uitgekiend systeem van maaien en bemesten.
Weidegang is lastig, zo niet onmogelijk in een melkveehouderij die elke input en output tot op de vierkante meter heeft uitgerekend. Om toch nog de weidepremie te incasseren, mogen de koeien naar buiten op kleine percelen. Het is duidelijk waarneembaar in het buitengebied: grote concentraties vee op een paar snippers grond.
Kennelijk accepteert de Stichting Weidegang schending van de voorwaarde dat de veebezetting niet hoger mag zijn dan 3 tot 5 melkgevende koeien per hectare huiskavel. Inspecties in 2024 hebben in bijna honderd procent van de gevallen geleid tot een positieve beoordeling. Het zal op papier vast allemaal wel kloppen, maar in de praktijk staan de koeien op een kluitje bij elkaar.
Keuze van het dier kan ”meegenomen” worden
De partijen die betrokken zijn bij het realiseren van een dierwaardige melkveehouderij hebben verschillende doelen, zo blijkt uit de Routekaart naar een dierwaardiger en toekomstbestendige melkveehouderij. Alleen de Dierenbescherming is duidelijk voorstander van een melkveehouderij die ”op termijn” alle koeien, ook de kalveren, naar buiten laat gaan. Wat betreft ZuivelNL is het aan de veehouder om te beslissen hoe deze het beste invulling kan geven aan weidegang en dat de keuze van het dier hierin meegenomen kan worden (bijvoorbeeld via vrij koeverkeer).
De Volkskrant besteedde op 17 oktober 2025 in een uitgebreid artikel aandacht aan de gevolgen van stikstofmaatregelen voor het welzijn van dieren. Daarin komt Hans Hogeveen, hoogleraar animal health management aan de Wageningen Universiteit, aan het woord. Hij noemt het risico dat melkveehouders koeien vaker binnen houden, zodat maatregelen beter te controleren zijn. ”Voor de stikstofcijfers werkt dat, voor de dieren niet. Koeien hebben beweging, frisse lucht en weidegang nodig”, zegt Hogeveen. ‘Voor mij staat het als een paal boven water dat koeien graag buiten zijn. Daarom moeten we voorkomen dat stikstofmaatregelen leiden tot nog meer binnenhouden van vee.”
Innovatie: beheer van kudde via app
Tegenover alle sombere berichten over weidegang, staat nieuws van een andere orde: er is een app waarmee boeren hun vee de wei in kunnen sturen, precies naar de plek waar ze mogen zijn. In de wei kan een virtuele zone worden gemaakt. Afrasteringen zijn niet meer nodig. ”Moeiteloos weiden met één druk op de knop”, zo promoot het bedrijf Collie deze innovatie. De koeien dragen een halsband, die signalen (pieptonen en vibraties en indien nodig ”korte impuls”) aan het dier doorgeeft.
Het besturingssysteem van Collie wordt gepropageerd door het platform ikwileerlijkezuivel.nl, opgezet voor de productie van Natura 2000-melk. Het is ”een slimme technologie die melkveehouders helpt om efficiënter, duurzamer en met meer plezier te werken. (…) Het combineert technologische vooruitgang met respect voor dier en omgeving”.
Communicatie bij Collie is eenrichtingsverkeer
Over respect voor de koe gesproken: de digitale Collie heet niet voor niets zo en verwijst naar de honden die op commando van de herder schaapskuddes van A naar B drijven. De keuze van een individueel dier of van meerdere dieren is vooralsnog niet in het systeem meegenomen. De koeien kunnen niet met de boer communiceren of ze wel of niet naar buiten willen. Integendeel. Staat een koe op weg naar de door de boer gewenste plek te treuzelen of wil ze terug, dan krijgt ze een ”korte impuls”, een elektrische schok. ”Puur als laatste redmiddel”, geeft de producent aan.