Houders van varkens, pluimvee en melkvee hadden een dikke vinger in de pap bij het opstellen van de ”Conceptregeling AMvB dierwaardige veehouderij”. Daardoor stellen de lang verwachte aanpassingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren bar weinig voor.
Demissionair landbouwminister Wiersma is verantwoordelijk voor deze vergaande inmenging in het wetgevingsproces. Ze doet geen pogingen dat te verhullen. Dat vertegenwoordigers van de intensieve veehouderij een belangrijke stem in het kapittel hadden, blijkt overduidelijk uit de toelichting op de AMvB. Overigens is de kans groot dat de AMvB ergens blijft hangen tussen twee kabinetten in. En dat is misschien maar goed ook. Met wat Wiersma heeft gebrouwen komt een dierwaardige veehouderij geen stap dichterbij.
Lang verwacht
In april 2025 zouden er algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) komen met het oog op een dierwaardige veehouderij in 2040. Het bleef lange tijd opmerkelijk stil. Het ministerie van LVVN publiceerde het ene na het andere document (over het stelseltoezicht vleesketen, de economische draagkracht van de schapenhouderij, een blackbox-systeem voor de garnalenvissers en antwoorden op vragen over wolven en stroperij – om maar wat te noemen), maar de AMvB’s lieten op zich wachten.
Internetconsultatie
Tot 24 juni 2025. Toen verscheen er ineens een ”Conceptregeling AMvB dierwaardige veehouderij” op de website van de overheid. De publicatie is onderdeel van een zogeheten internetconsultatie, bedoeld ”voor iedereen die werkt met productiedieren in de veehouderij, waaronder veehouders en erfbetreders zoals dierenartsen en stallenbouwers (met name van melkvee, kalveren, pluimvee en varkens), en/of zich bezighoudt met of inzet voor het welzijn van productiedieren.”
Amendement De Groot en Van Campen
Kennelijk zat de inmiddels demissionaire minister Wiersma er niet mee dat er een deadline afliep. Dat ultimatum was te danken aan oud-D66 kamerlid Tjeerd de Groot en VVD-er Thom van Campen. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde vorig jaar in met hun amendement dat de minister opdroeg om in 2025 bijtijds met AMvB’s te komen. Dit alles bij wijze van alternatief voor het zogeheten amendement Vestering. Het was een poging alsnog een dierwaardige veehouderij wettelijk te regelen.
”Uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel moeten de genoemde Algemene Maatregelen van Bestuur voor varkens, pluimvee, melkvee en kalveren aan de Kamers worden voorgehangen”, bepaalden de indieners in de toelichting op het amendement.
Wiersma overschrijdt gestelde termijn
Het amendement De Groot/Van Campen, dat een wijziging inhield van de Wet Dieren, is op 14 juni 2024 in het Staatsblad gepubliceerd. Hetgeen betekent dat Wiersma ruim over de gestelde termijn is heen gegaan. De AMvB die ze nu heeft gepubliceerd zal gedurende de internetconsultatie zes weken beschikbaar zijn voor commentaar. De zogeheten ”voorhang” bij de Tweede Kamer volgt uiterlijk najaar 2025, aldus Wiersma.
Na de val van het kabinet Schoof heeft de Tweede Kamer verschillende dierenwelzijnsonderwerpen controversieel verklaard. Daar zit de AMvB niet bij. Simpelweg omdat de kamerbrief over dierwaardige veehouderij op 24 juni is verstuurd, nadat de Tweede Kamer al een inventarisatie van controversiële onderwerpen had opgesteld. De kans is groot dat de Kamer na de internetconsultatie de AMvB alsnog controversieel verklaart. (Update 12 september 2025: AMvB voorlopig van de baan)
Dat Wiersma termijnen niet in acht heeft genomen, zegt iets over de waarde die zij hecht aan wetgeving en procedures die daarbij horen. En ook over de opvattingen die zij en haar partij BBB hebben over dierwaardigheid. De twittercampagne die haar partij met het oog op de verkiezingen heeft opgestart onder het motto ”BBB levert”, rept ook met geen woord over de AMvB dierwaardigheid van Wiersma. Zij zal er hoogstwaarschijnlijk niet rouwig om zijn dat zij door de vertraging die is opgetreden en de val van het kabinet geen handtekening hoeft te zetten onder een haar onwelgevallig aanhangsel van de Wet Dieren en het besluit Houders van Dieren.
Wat staat er in die AMvB dierwaardigheid?
En dan nu naar de inhoud. Wat staat er in die AMvB dierwaardigheid? Hoe geeft Wiersma invulling aan het vereiste dat de veehouderij per 2040 dierwaardig moet zijn? En welke argumenten voert zij aan dat de veehouderij mogelijk meer dan vijftien jaar nodig heeft om dierwaardig te worden?
Het valt allemaal vies tegen. Alles wat Wiersma in de AMvB heeft opgenomen blijkt slechts een fractie van wat noodzakelijk is om een dierwaardige veehouderij, zoals verwoord door de Raad voor Dierenaangelegenheden, te realiseren. Een belangrijk onderdeel van dierwaardigheid – het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag – is slechts in zeer beperkte mate per 2040 dankzij de AMvB gegarandeerd. Dat is in strijd met wat de Tweede Kamer eerder al wettelijk heeft vastgelegd.
AMvB komt niet in de buurt van zes leidende principes
Verder is de AMvB er niet op gericht dat dieren in de veehouderij een overwegend positieve emotionele toestand bereiken. Wiersma beweert wel dat zij de zes leidende principes van de RDA voor een dierwaardige veehouderij in de regelgeving heeft opgenomen, maar dit is niet het geval. Net zomin als dat zij het voldoen aan de gedragsbehoeften van varkens, melkvee en kalveren, en pluimvee in niet mis te verstane regels heeft vastgelegd. Ze verschuilt zich in de Ontwerp Toelichting achter het ontbreken van wetenschappelijke informatie en laat alle gedragsbehoeften erbuiten die een systeemwijziging zouden inhouden.
Kalf bij de koe stuit op knelpunten
Opvallend in dit verband is de redenatie waarom – als het kalf niet bij de koe kan – groepshuisvesting van kalveren pas wordt voorgeschreven vanaf een leeftijd van 14 dagen. Notabene is wetenschappelijk aangetoond dat vroege groepshuisvesting goed is voor het welzijn van deze dieren. Maar nee, de AMvB staat toe dat kalveren maximaal tot 14 dagen leeftijd individueel gehuisvest worden en daarna met twee dieren in een ”groep”. Als argument worden diergezondheidsredenen aangevoerd, die te maken hebben met de opbouw van het immuunsysteem van kalveren. Maar de ware reden blijkt dat er zowel in de melkveehouderij, als de kalverhouderij, een aanpassing van het houderijsysteem en het bedrijfsmanagement nodig is. Kalf bij de koe komt pas in 2040 in beeld, vanwege de vele ”knelpunten die door veehouders zijn benoemd.”
Open normen
De AMvB staat doelbewust vol met open normen. Een voorbeeld van zo’n open norm voor de houders van varkens, in te voeren per 2030: ”De houder neemt toereikende maatregelen om concurrentie om voerplaatsen en waterplaatsen te voorkomen.”
Open normen laten ruimte voor interpretatie en dat is heel lastig in de handhaving. Maar Wiersma neemt dit kennelijk op de koop toe: het werken met doelvoorschriften past bij het kabinetsbrede voornemen om in te zetten op doelsturing, schrijft ze in de Ontwerp Toelichting bij de AMvB.
Zelfregulering
Zwak punt in de AMvB is de zelfregulering. Voor alles wat niet wettelijk is geregeld en voor alles wat in open normen is vervat, verwijst de wetgever naar nog niet bestaande Gidsen voor Goede Praktijken. Deze kunnen worden opgesteld door de sectororganisaties, lees de lobbyclubs voor de veeindustrie. Een verplichting is dat niet. Ook het gebruik van deze gidsen is facultatief, getuige het woordje ”desgewenst” in het volgende citaat: ”Veehouders gebruiken deze Gidsen voor hun bedrijfsvoering op grond van de voorschriften in de AMvB desgewenst wel”, aldus de Ontwerp Toelichting.
AMvB kan zo in de shredder
Uit alles blijkt dat zogeheten ”praktijkonderzoekers” hebben meegeschreven aan deze AMvB. Dat zijn onderzoekers die vaak werken in opdracht van en dicht staan bij de gangbare veehouderij. Dit heeft tot gevolg dat bij het opstellen van de regels voor een dierwaardige veehouderij de praktische haalbaarheid binnen het bestaande systeem van de varkens-, pluimvee-, en melkveehouderij bepalend is geweest. Er zijn afwegingen gemaakt die in het voordeel uitvallen van de grote bedrijven met veel dieren, van de megastallen.
Zo is er in geen enkel geval een buitenuitloop verplicht gesteld. Het is volgens de Ontwerp Toelichting ook niet wetenschappelijk vastgesteld dat de mogelijkheid om naar buiten te gaan voorziet in een gedragsbehoefte. Zelfs weidegang voor koeien is niet in de AMvB dierwaardigheid opgenomen. Daarmee blijven megamelkveebedrijven gespaard, maar verliest deze AMvB dierwaardigheid wel alle geloofwaardigheid.
De AMvB zou gericht zijn op het bewerkstelligen van een dierwaardige veehouderij in 2040 volgens de leidende principes van de RDA. Dit is een opdracht die voortvloeit uit artikel 2.3a van de Wet dieren. Maar de AMvB van Wiersma maakt dit niet waar. Haar conceptregeling kan net zo goed gelijk in de shredder.
>>> Meer over de conceptregeling AMvB dierwaardige veehouderij: waarom koeborstel wel en weidegang niet
Lees ook
>>> BBB zweert bij doelsturing
>>> Van dierwaardige veehouderij naar Humane Livestock Farming
>>>Partij voor de Dieren wil volgend jaar verbod op nieuwe stallen bio-industrie